Do it yourself: borduren voor beginners

Er liggen borduurringen, stof, kleurrijk garen en een schaar op een grijze doek klaar om te borduren.

Borduren is een oude handwerktechniek en geniet weer een toenemende populariteit, en dat niet zonder reden. Borduurwerkjes zijn niet alleen mooi als decoratie of leuk om cadeau te geven. Borduren is vooral ook een heerlijk veelzijdige en ontspannende vrijetijdsbesteding. Samen met vrienden, thuis gezellig op de bank of onderweg tijdens een lange reis. Met deze hobby breng je de aandacht van een passieve bezigheid voor een scherm terug naar een bewuste activiteit en meer mindfulness.

Iets met je eigen handen maken kan een enorm voldaan gevoel geven. Daarom is leren borduren zeker de moeite waard. Je kunt, afhankelijk van je voorkeur, gewoon je eigen ontworpen tekeningen borduren of kant-en-klare borduurpatronen gebruiken. Laten we beginnen!

Borduren voor beginners: benodigde materialen

Inmiddels zijn er veel borduurpakketten om je op weg te helpen in handwerkwinkels of online verkrijgbaar. De sets bevatten alles wat je nodig hebt om te borduren. Je kunt de materialen ook afzonderlijk samenstellen. Dan heb je nodig:

  • een houten borduurring. Deze zijn verkrijgbaar in allerlei maten en kwaliteiten.
  • verschillende kleuren katoenen borduurgaren ook wel splijtgaren genoemd. Gewoonlijk bestaat het garen uit zes afzonderlijke draden. Het praktische is dat je het in de afzonderlijke draden kunt splijten en zo verschillende diktes kunt bereiken. Gebruik voor je eerste borduurproject ongesplitst garen. Als je wat meer ervaring hebt en fijnere lijnen wilt borduren, kun je het splijtgaren gewoon uit elkaar trekken. Je kunt bijvoorbeeld ook borduren met slechts twee draden.
  • In principe kun je elke stof gebruiken. In het begin is echter een katoenen of linnen stof bijzonder geschikt. Bij de keuze van de stof geldt als vuistregel: hoe dikker de draad, hoe grover de stof. Als je kleding wilt borduren, zorg er dan voor dat de stof geen elastan bevat.
  • Naalden met verschillende maten oogjes en naalddiktes. Als je met een zesdraads borduurgaren werkt, heb je een dikkere naald met een groter oog nodig. Voor werk met dunner garen volstaat een fijnere naald met een kleiner oog. Alle borduurtechnieken waarbij je steeds weer in dezelfde gaatjes borduurt zijn het beste te borduren met een stompe naald. Voor het gebruikelijke oppervlakteborduurwerk gebruikt men naalden met puntige exemplaren. Een gemengde naaldenset is aan te bevelen. Zo heb je voor verschillende projecten altijd de juiste maat bij de hand.
  • een fijn potlood om het patroon te tekenen. Je kunt ook een uitwisbare pen gebruiken. De tekening kan dan na het borduren worden uitgegumd of met de strijkbout worden weggestreken.

Borduren voor beginners: de basissteken

Voordat je begint met borduren van het patroon in een bepaalde steek of kleur, haal je de draad door de naald en leg je een knoop in het uiteinde van de draad. Als je klaar bent met het borduren van een gebied, dan knoop je de draad altjd aan de achterkant vast, zodat deze niet meer los gaat.

De stiksteek: een rechte lijn

  1. Steek de naald door de achterkant van de stof enkele millimeters boven het begin van de over te trekken lijn. Trek de draad erdoor tot de knoop aan de onderkant tegen de stof ligt.
  2. Breng de naald terug naar het beginpunt van de getekende lijn, prik erdoor en trek de draad aan.
  3. Aan de achterkant van de stof, enkele millimeters boven het laatste gaatje, steek je de naald weer door de stof en trek je de draad erdoor.
  4. Steek de naald van bovenaf in het laatste prikgaatje en trek hem erdoor.
  5. Herhaal deze procedure totdat de voorgetekende lijn volledig geborduurd is.
Een bloem wordt geborduurd met een stiksteek op een bekleed borduurraam.
De stiksteek zorgt voor een mooie rechte lijn.

Tip: Hoe gelijkmatiger de steken verdeeld zijn, hoe mooier het patroon er uiteindelijk uit zal zien. Zorg er ook voor dat je bij rondingen vrij kleine steekjes gebruikt. Zo worden de lijnen rond en niet hoekig.

De plat- of satijnsteek: om een vlak op te vullen

  1. Steek de naald door de achterkant van de stof aan één kant van het op te vullen gebied en trek de draad erdoor.
  2. Van daaruit de naald aan de tegenovergestelde kant van het te vullen gebied erdoor steken.
  3. Breng de naald terug naar de andere kant van de stof en prik opnieuw naast het eerste gaatje.
  4. Herhaal de steek tot het gebied volledig gevuld is.
De bloesems van een bloem zijn geborduurd met de plat-/satijnsteek.
De plat-/satijnsteek is ideaal voor het opvullen van gebieden.

Tip: Zorg ervoor dat de steken dicht bij elkaar liggen. Hoe strakker je de steken maakt, hoe mooier het resultaat! Dit betekent dat er geen hoeken en randen of vrije ruimtes zijn, vooral bij schuine lijnen.

De knoopsteek: speelse accenten

  1. Op het punt waar de knoop komt, haal je de naald van onder naar boven door de stof en trek je de draad erdoorheen.
  2. Wikkel de draad driemaal om de naald en steek de naald weer door de stof vlakbij het oorspronkelijke prikgat.
  3. Herhaal de steek tot het gewenste aantal knopen is bereikt.
Hier wordt een knoopsteek gebruikt om de binnenkant van een bloem te borduren.
Je kunt mooie accenten zetten met de knoopsteek.

Tip: De knoopsteek is een borduursteek die iets meer oefening vergt. Om een gebied op te vullen met knopen, moeten de steken zeer dicht bij elkaar worden geplaatst. Je moet oppassen dat de draad aan het einde van een knoop niet te strak wordt aangetrokken. Anders bestaat het risico dat de draad volledig door de stof wordt getrokken.

De steelsteek: een opgevulde lijn

  1. Steek de naald precies aan het begin van de lijn via de achterkant van de stof erdoor en trek de draad aan.
  2. Maak een lange steek aan de voorkant en trek de draad aan.
  3. Breng de naald terug naar de helft van de vorige steek via de achterkant van de stof en steek de naald er vlak naast door. Vanaf daar weer een lange steek naar voren maken en de draad erdoor trekken.
  4. Herhaal de steek tot de getekende lijn volledig geborduurd is.
Een vooraf getekende sierlijke lijn wordt geborduurd met de steelsteek.
Voor gebogen lijnen is de steelsteek een prima keuze.

Tip: Let er bij deze steek op dat je de naald altijd naar dezelfde kant van de vorige steek terugbrengt. Maak vooraf een keuze voor de linker- of rechterzijde.

De margrietsteek: borduren met lussen

  1. Steek de naald via de achterkant van de stof aan de onderkant van het vlak en trek de draad erdoor.
  2. Steek er dan direct naast de prikplaats weer door. Trek de draad echter niet helemaal door, maar laat een lusje ontstaan.
  3. Aan de bovenkant van het vlak steek je de naald er weer via de achterkant van de stof door en pak je de lus op. Steek de naald door de binnenkant van de lus.
  4. Haal ten slotte de naald door de lus die ter hoogte van het vorige prikgaatje is ontstaan en steek hem door de stof.
Een oranje draad is als een lus gestikt met de margrietsteek.
De margarietsteek creëert sierlijke lussen.

De visgraatsteek: verspringende lijnen.

  1. Begin met een stiksteek. Steek hiervoor de naald een paar millimeter boven het begin van de middenlijn via de achterkant van de stof. Trek de draad door tot de knoop tegen de stof ligt.
  2. Breng de naald terug naar het beginpunt van de getekende middellijn, steek erdoor en haal de draad aan.
  3. Steek de naald er via de achterkant links van het laatste gaatje door. Trek de draad aan en prik de naald rechts van het onderste prikgat op de middellijn. Zo kruisen de draden elkaar.
  4. Steek de naald er via de achterkant rechts van het bovenste prikgaatje door. Trek de draad aan en duw de naald er links van het onderste steekgat op de middellijn door.
  5. Herhaal de procedure totdat het gebied volledig gevuld is.
Hier wordt een blad ingevuld met behulp van de visgraatsteek.
De visgraatsteek wordt diagonaal geborduurd om vlakken op te vullen.

De geweven rozen- of wielsteek: roosachtige cirkel of wiel borduren

  1. Hiervoor moet een cirkel met een oneven aantal lijnen worden getekend. De lijnen lopen door het middelpunt van de cirkel.
  2. Steek de naald via de achterkant van de stof in het midden van de cirkel. Borduur de lijnen achter elkaar met een steek. Steek dan de naald weer in het midden van de cirkel via de achterkant van de stof.
  3. Weef nu met de naald rondom de gestikte lijnen. Ga hiervoor met de naald afwisselend onder een draad en over de volgende draad in het rond.
  4. Wanneer de cirkel volledig gevuld is, steek je de naald door de voorkant van de stof en knoop je de draad aan de achterkant vast.
De rozensteek combineert borduren en weven.
In deze steek wordt de draad door geborduurde draden geweven.

Met deze basissteken kun je veel mooie borduurprojecten maken. Vooral als beginner is het handig om met een patroon te borduren. Op internet of in handwerkwinkels zijn talloze mooie borduurpatronen te vinden. Als je eenmaal een patroon hebt gekozen, kun je dat achter de stof leggen en overtrekken. Gewoon beginnen. Want het goede is dat je de draad er altijd weer kunt uithalen. Nu is het een kwestie van oefenen, oefenen, oefenen! Ik ben nu al heel benieuwd welke borduurprojecten jullie met behulp van mijn instructies gaan maken.

 

2 Reacties
Schrijf een reactie

* Deze velden zijn verplicht