Bosdieren: met kinderen op zoek naar sporen in het bos

Twee kinderen verkennen samen het bos en zijn bosdieren, op de achtergrond is hun vader te zien.

In het bos is er veel te ontdekken. Onze kinderen vinden het heerlijk om door het bos te dwalen, omdat ze van nature nieuwsgierig zijn en openstaan ​​voor ontdekkingen. Het maakt niet uit of de zon schijnt en het warm is of dat het bos een winterslaap houdt. De bosdieren leven ook in harmonie met het ritme van de seizoenen, zodat er altijd nieuwe dingen te bewonderen zijn.

Welke bosdieren zijn er?

Bij bosdieren denk je waarschijnlijk als eerste aan herten, vossen of wilde zwijnen. Echter als je beter kijkt, zie je dat er veel meer dieren in het bos leven. In feite zijn de meeste landdieren bosbewoners. Sommige kunnen vrij snel worden ontdekt, maar voor anderen moet je geduld en een goede waarneming hebben. In onze bossen komen de volgende dieren voor:

zoogdieren vogels reptielen, amfibieën en wormen insecten en spinachtigen
ree bosuil regenworm bosmieren
edelhert zwarte specht hazelworm spinnen
damhert appelvink salamander vlinder
wild zwijn gaai boomkikker bijen
wolf houtduif zandhagedis hommels
vos ringslang kevers
boommarter gewone pad glimwormen
das rugstreeppad wespen
rosse vleermuis teken
eekhoorn
egel
muis

 

wasbeer

 

Het bos heeft verschillende “verdiepingen”

Als je goed kijkt, zie je dat veel diersoorten niet eens met elkaar in contact komen, ook al leven ze allemaal in hetzelfde bos. Elk dier leeft in een specifieke laag van het bos. Je kunt het je zo voorstellen: net als een huis bestaat het bos uit verschillende verdiepingen. Er is een kelder (de wortellaag) waar bijvoorbeeld regenwormen of duizendpoten rondkruipen. Daarboven bevindt zich de begane grond (de moslaag) die een thuis biedt aan spinnen, egels en padden. Op de eerste verdieping (de kruidlaag) voelen bijen, hommels en vlinders zich thuis. De tweede verdieping (de struiklaag) is het leefgebied voor herten, wilde zwijnen en muizen. De bomen vormen op hun beurt de zolder (de boomlaag) van het huis. Hier vind je bijvoorbeeld eekhoorns en spechten.

Een eekhoorn zit op een voederhuisje in een boom.
Eekhoorns zijn ware klimkunstenaars.

Waar kunnen de bosdieren zich verstoppen?

In welk dicht struikgewas zou een hert of ree een schuilplaats kunnen zoeken? De hazelmuis bouwt graag een bolvormig nest van gras. Als je goed kijkt, dan vind je in de oude boomtoppen spechtgaten. Misschien kun je de bewoner ook meteen horen? De wasbeer verblijft graag in je tuinhuisje, maar als hij daar niet te vinden is, dan leeft hij het liefst in boomholten. Deze verlaat hij alleen ’s nachts.

Welke vraatsporen kunnen we tegenkomen?

Vaak zijn vraatsporen te vinden op de bosbodem of aan jonge planten. Knoppen, schors en jonge bladeren zijn een belangrijke voedselbron voor wilde dieren zoals herten en reeën. Op de plaats waar de knop eigenlijk zou moeten zitten, zien de scheuten er na een hertenbezoek uit alsof ze zijn afgeplukt. Aangeknaagde dennenappels geven aan dat een eekhoorn zich eraan tegoed heeft gedaan. Op hout daarentegen zijn vaak de typische kronkelsporen van keverlarven te vinden.

Van welk bosdier zijn de pootafdrukken?

Pootafdrukken (voetsporen) van hoefdieren zoals herten of wilde zwijnen worden ook wel “prenten” genoemd. Ook een haas of vos en vogels laten sporen achter.

De afbeelding toont verschillende bosdieren en hun sporen.
Het is leuk om naar sporen in het bos te zoeken.

Welke uitwerpselen van bosdieren kunnen we vinden?

Wie goed kijkt, vindt ook andere sporen op de bosbodem, namelijk de uitwerpselen van de dieren. Deze zeggen onder meer iets over wat het dier eet. De uitwerpselen van reeën zien er bijvoorbeeld in de winter iets anders uit dan in de zomer, omdat in de winter het voedsel van de dieren droger is. Dit betekent dat de keutels minder aan elkaar vastzitten. De uitwerpselen van muizen zijn niet zo gemakkelijk van die van eekhoorns te onderscheiden.

Wat was dat voor geluid?

Iedereen die ooit de Vlaamse gaai heeft horen “roepen”, kent de luide, krassende roep die de kleurrijke vogel slaakt wanneer er gevaar dreigt. De Vlaamse gaai wordt ook wel de politie van het bos genoemd, omdat hij andere bosbewoners waarschuwt voor indringers. Het geritsel tussen de bladeren daarentegen kan van een muis of een vogel komen. Boskrekels organiseren in de zomer een uniek concert.

Een gaai zit op een tak
In de bomen heeft de Vlaamse gaai een goed overzicht van wat er in het bos gebeurt..

Bosregels in één oogopslag

Het bos is belangrijk voor iedereen: als recreatiegebied, als leefgebied voor dieren, voor het klimaat en voor de houtvoorziening. Daarom is het belangrijk er goed voor te zorgen. Belangrijke regels voor een bezoek aan het bos zijn:

  • blijf op de paden
  • maak niet teveel lawaai
  • maak geen vuur
  • verwond geen bomen en laat planten staan
  • voer, verstoor of irriteer geen dieren
  • blijf uit de buurt van mierenhopen
  • laat geen afval achter

Tip

Op de website van natuurmonumenten vind je een leuk overzicht van de opvallendste bosdieren. Daarnaast kun je op de site ook mooie boswandelingen vinden.

In de zomer gaan we vaak laat in de avond naar het bos, als het al donker wordt. Op dat moment is er veel te horen en soms is het een beetje eng, maar ook erg spannend. Samen analyseren we welke bosdieren welke geluiden gemaakt zouden kunnen hebben. Kinderen ontwikkelen tijdens zulke wandelingen een enorm goed gehoor en de fantasie wordt op een prachtige manier gestimuleerd.

 

Schrijf een reactie

* Deze velden zijn verplicht